Hij was een welbemind persoon en had voor zoover bekend geen persoonlijke vijanden. Was van beroep vertegen-woordiger in het lederbedrijf. Hij was gezond en sterk opgewekt van humeur en bezat een fijnen humor en had voor ieder een goed woord. Sommigen vermoedden, dat hij illegaal werker was en deswege gevangen is genomen en gefusilleerd. Op den dag, dat de "Kin" werd neergeschoten is hij in Tilburg op het station gearresteerd en naar het huis van bewaring te 's-Hertogenbosch overgebracht, daags na zijn in hechtenisneming heeft hij vandaaruit een brief geschreven naar zijn vrouw. Sindsdien is niets meer van hem vernomen, behalve het z.g. officieele bericht van den burgemeester, dat de gevangene bij een poging tot ontvluchting werd doodgeschoten. Dit is natuurlijk niet juist. In ieder geval is de overledene zonder eenige vorm van proces terechtgesteld. Zijn heengaan heeft de nabestaanden, inde eerste plaats zijn innig geliefde vrouw een ontzaggelijk leed berokkend. |
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 257, 259, 371, 376-377